Kris Geerts (°1951) is een gewezen advocaat en parketmedewerker te Antwerpen waar hij eveneens als jurist tewerkgesteld was aan het OCMW.
In zijn studietijd debuteerde hij als dichter met ‘Andante der wolken’ (1973). Als tiener reeds was hij geïnteresseerd in de oude poëzie van China en Japan, wat merkbaar is in de dichtbundels ‘Selene mijn lief’, ‘een lange droefheid als de avond valt’ en ‘De dooiedierentuin etc.’, elk met onderwerpen die a.h.w. gidsen zijn naar zen. In de jaren ’80 schreef hij poëzie bij wijze van vormexperiment(‘De schoonheid volgens nachtigalen’, Berghmans Uitgevers 1987) en een aantal light verses. Geïnspireerd door zijn werk bij ‘Avocats sans frontières’ in Rwanda schreef hij in het Frans de cyclus ‘Les corbeaux de Kigali’, die werd opgenomen in ‘Kleine Vaderlandse Geschiedenis’. Naast talrijke dichtbundels schreef Kris Geerts verhalen die in tijdschriften werden opgenomen of in boekvorm werden verzameld. Zijn meest recente werk sluit aan bij de Amerikaanse literatuur uit de jaren ’60 en ’70. Handpalmverhalen en gedichten wisselen elkaar af. Sedert enkele jaren wijdt Kris zijn talent aan spitsvondige haiku's.
Veel te jong overleed Kris op 21 maart 2021.